Tag: woorden

#8 De bouw van het huis van de stad

16 april, 2016

Een paar maanden geleden werd ik door de gemeente benaderd of ik een gedicht zou willen schrijven voor de opening van het kakelverse Deventer Stadhuiskwartier. Aangezien ik het hele bouwproces vanuit mijn badkamer raam heb kunnen volgen, leek me dat tof om te doen. De foto maakte ik op een van de eerste lentedagen toen het gebouw zo goed als af was, maar de vijvers nog moesten worden aangelegd (vandaar het rood-witte lint).

Het stadhuis in de lente

 

De bouw van het huis van de stad

Toen ik in Deventer kwam wonen
met uitzicht op het fundament
van wat het huis van de stad zou heten
wist ik niet dat maandenlang
gebeuk en gebonk van mens en machine
mijn ochtendrust verstoren zou.

Vanuit mijn raam zag ik muren verrijzen.
Hoger en hoger klommen de stenen.
Reusachtige kranen bedekten de hemel;
in wanden verschenen kantelen.

Glas werd getakeld in eiken lijsten.
Door die lijsten keek ik toe
hoe meubilair in plastic hoes
onwennig de lege ruimte betrad.

Toen kwamen de mensen achter de vensters,
rustig typend in hun frame.
Ik poetste mijn tanden, ze zwaaiden naar mij;
maar kwamen zelden echt dichtbij.

In de lente ging ik kijken
binnen de muren van het fort.
Het was er gister en morgen tegelijk.
De houten rijkdom deed vergeten
in welke eeuw we leven.
Ik zou er met plezier verdwalen;
er ’s avonds stiekem blijven steken.

Ik belandde op het binnenhof
waar het volk zich heeft verenigd
in grillige zilveren lijnen;
metalen vingers in de pap.
Uitgezoomd een storm op zee;
ingezoomd een duinlandschap.

Ooit zijn slechts
de sporen van de mensen
nog aanwezig in de stad.

Tags: , , , , , , ,

Van niets verloren

24 november, 2015

Pas heb ik een boekje teruggevonden van toen ik 10 was. Op de kaft staan pinguïns met ballonnetjes in hun flippers en er staat precies één tekeningetje in. Verder was ik niet gekomen. Het tekeningetje laat wolken zien in de vorm van landkaarten en een zonnetje met bril op. Ik besloot het boekje in ere te herstellen en plak er nu foto’s in, plaatjes uit tijdschriften, uitgeprinte gedichten, dingen die ik op straat vindt etc. Alles mag, ook kauwgum papiertjes. Juist omdat ik er van alles in stop en terugvindt, ontstaan er nieuwe verbindingen tussen tekst en tekst, beeld en beeld, tekst en beeld, idee en herinnering. Het gedicht dat ik ongeveer een week geleden schreef heb ik er ook in geplakt. Daaromheen ging ik tekenen en na wat geklooi op de computer ziet het er nu als volgt uit.

Van niets verloren

 

Tags: , , , , , ,

Coaching Popsport

14 oktober, 2015

Wat ik leuk vind aan lesgeven in songwriting is dat je echt een kijkje krijgt in iemands hoofd. Afgelopen zaterdag gaf ik een songwriting workshop aan een aantal bandjes die in het ontwikkelingstraject van Popsport zitten. Een van de deelnemers liet na afloop zijn blaadje liggen. Mooi hoe hij van “pen” in Amerika terecht komt.

IMG_6001

Tags: , , ,

Tijd voor Taal

11 september, 2015

Soms moet je iets schrijven wanneer het vers is, zodat de details van de indruk niet de kans krijgen om te vervliegen. Daarom schrijf ik dit nu. Vanmorgen heb ik in de bibliotheek een workshop gegeven. Het was in het kader van de week van de alfabetisering en daarnaast was het onderdeel van het Taalcafé dat daar wekelijks plaatsvindt. Het Taalcafé is een initiatief om mensen van verschillende culturen met elkaar in verbinding te brengen. Ik had geen idee wat ik kon verwachten; Ik wist alleen dat er mensen op af zouden komen die het Nederlands beter onder de knie wilden krijgen, dat ik een paar gedichten zou voordragen en een workshop zou geven over taal.

Rond 9:00 druppelden de eerste deelnemers binnen. Ietwat verlegen keken ze uit hun ogen. Ze leken wat bang om van zich te laten horen en wisten op hun beurt niet wat ze van mij konden verwachten. Ze kwamen van het AZC (asielzoekerscentrum) in Schalkhaar en waren allemaal ergens anders geboren, de een in Ethiopië, de ander in Syrië, weer een ander in Kroatië etc. Gerangschikt op hun beheersing van het Nederlands gingen ze in groepjes aan tafels zitten en ieder groepje had een begeleider die dingen kon vertalen wanneer ik te snel praatte of onbegrijpelijk was. Toen iedereen zat, stelde ik me voor en zong ik een liedje. Ik zag ogen oplichten, dat was mooi om te zien. Toen ik twee gedichten had voorgedragen, was het tijd voor actie van hun kant. Ik vroeg ze om het woord “taal” in hun eigen taal te zeggen en riep mensen naar voren, maar ze begrepen me verkeerd; Ze begonnen de groep in hun eigen taal toe te spreken. Dat was eigenlijk nog veel interessanter dan zo’n los woordje. Zo kregen we allemaal de kans om die vreemde klanken te horen. Ik vroeg ze om te vertalen wat ze hadden gezegd en hoorde opvallend vaak de woorden: “Ik ben dankbaar om hier te zijn” -al zal ik natuurlijk nooit weten of dat werkelijk is wat ze zeiden; sommigen van hen keken wel erg stiekem naar hun vrienden terwijl ze praatten- ;)

Later deden we een associatie oefening op het begrip “tijd” waarbij ik hun associaties op het bord schreef. “vakantie” en “te laat” waren favorieten. De laatste opdracht was om die losse woorden met elkaar te verbinden en daar verhaaltjes van te maken. Toen begon het echt; Iedereen kwam met zijn eigen associaties en zijn eigen manier van schrijven. Ik merkte dat de groep gaandeweg losser werd en dat de mensen geleidelijk meer over zichzelf met mij en met hun tafelgenoten deelden. Een jongen eindigde zijn verhaal met de zin “In de ochtend word ik wakker”. Hij wist niets meer te vertellen. Ik vroeg hem wat hij dan deed als hij wakker was. “ontbijten” zei hij, waarop ik hem vroeg wat hij dan at. “een tosti!” riep hij uit, blij dat hij weer een nieuwe richting voor zijn verhaal had. Toen Mulu zijn verhaal voor zou dragen, vroeg hij me of ik er piano bij wilde spelen. Dat deed ik en plots begon hij tot ieders verrassing te zingen. Hij keek lichtelijk rebels en trots als antwoord op onze verbaasde blikken. Zijn lied was in allerlei kwart tonen. Mijn (westerse) harmonieën waren niet toereikend, waardoor ik er maar gauw mee ophield. Toen hij uitgezongen was, wilde hij schielijk naar zijn stoel lopen, maar we hadden hem door en ik vroeg hem zijn verhaaltje voor te lezen. Dat deed hij verlegen, een heel verschil met de manier waarop hij gezongen had. Na hem kwam Vladimir, een oudere man uit Armenië die, sinds ik hem had verteld dat mijn opa een beetje Armeens bloed had, een ontembare stroom van verhalen aanboorde over Armenië, de ark van Noach en de sneeuw op de bergen bij zijn huis. Hij was de verteller van de groep. Hij liep naar het bord, ging klaar staan en begon toen ook te zingen. Trefzeker was het. Troostend. Als laatst droeg een vrouw voor. Ze had met haar tafel een gedicht gemaakt. De flarden die ik me daarvan herinner zijn: “Kinderen brabbelen in hun moedertaal…  lichaamstaal, gebarentaal, het gaat om communicatie”. Dat het inderdaad om communicatie gaat, of dat nou met of zonder woorden is, besefte ik vanmorgen sterk. De muziek van de mannen waren recht mijn hart in gegaan, al kon ik geen van de woorden verstaan.
Aan het einde van de workshop kwam Mazen met ondeugende ogen en een stoer loopje -van wie ik aan het begin dacht dat hij de workshop nog weleens zou kunnen saboteren-, naar me toe. Hij nam mijn hand in zijn beide handen en zei tot drie keer toe: “ontzettend echt bedankt”. Ik zag dat hij het meende en het raakte me, omdat ik juist hem en met hem de hele groep wilde bedanken. Ik vond het zo bijzonder om te zien hoe ze zich gaandeweg het uur hadden geopend, hoe ze hun best hadden gedaan en hoe respectvol ze met me waren omgegaan.

Toen ik Mulu had zien stotteren voor het bord, onwennig met de woorden, dacht ik eraan hoe graag ik zijn onzekerheid weg zou nemen. Ik zou de mensen het gevoel willen geven dat ze alles mogen zeggen, fouten mogen maken, dat ze mogen struikelen over de woorden. Ik zou ze willen laten inzien hoe grappig en begrijpelijk het is dat ze dokter als doktor schrijven. Sommigen van hen kennen het verschil tussen de p en de b nog niet, omdat die er vanuit hun perspectief (helemaal in vergelijking met de complexiteit van bijvoorbeeld het Arabische schrift) hetzelfde uitzien. Hun “fouten” kunnen ons een heleboel leren over onze taal en ik ben blij dat ik dat vanmorgen heb mogen inzien.

11958111_458002921070389_7196698066164736613_o (1)

Tags: , , ,

Crowdfunding album

18 juli, 2015

Sinds een tijdje doen we met NNENN aan crowdfunding voor ons album. Dat doen we via crowdfundingorganisatie Voordekunst. Hierbij een filmpje:

Tags: , , , , ,

Zijweg-gedicht

15 juni, 2015

Als we dan toch bezig zijn; hier het zijweg-gedicht dat ontstond
toen ik eigenlijk over iets anders wilde schrijven:

————
mijn hart

mijn hart is een op hol geslagen kudde wilde paarden
gevangen in een discozaal botsen ze met muren
breken ze hun poten maken scheuren in de wand

ze weten van geen uitgang
bijten ieder die ze voert
omdat ze niet willen eten
maar los willen breken

Tags: , ,

Werken aan NNENN album + Are You With Me?

15 juni, 2015

De laatste tijd zijn we zo’n beetje non-stop bezig met het bekijken, uit elkaar halen en opnieuw in elkaar zetten van de liedjes voor ons album. Dat is een spannend, confronterend en soms enorm frustrerend proces. Ik schrijf me een ongeluk en soms heb ik na uren nog steeds geen idee waar ik mee bezig ben. Jazeker, er ontstaan een heleboel zijweg-gedichtjes, mijmeringen over wereldvrede en ideeën voor clips, maar dat waar ik naar zoek vind ik meestal niet dezelfde avond. Dan voel ik me in wezen schuldig naar die gedichtjes en mijmeringen, alsof ze ongewenst zijn -een beetje alsof je een zoon krijgt terwijl je stiekem gehoopt had op een dochter-, maar zo is het nou eenmaal.
Zolang je de kern van het verhaal niet te pakken hebt, blijf je eromheen schrijven. Zaterdagavond, terwijl het kermis was in de stad en ik het gedreun van de muziek en het gegil van de mensen in de attracties door mijn raam kon horen, was het zo’n moment dat ik maar bleef schrijven zonder voor mijn gevoel ergens aan te komen. De gedachte aan de hoeveelheid liedjes we nog moeten afmaken en de jaloezie naar de mensen in het reuzenrad die op dat moment niet hun ziel hoefden uit te wringen boven een papier deed me ellendig voelen. Het werd steeds erger, ik ging aan alles twijfelen. Ik zei tegen Tonny dat we misschien maar gewoon moesten kappen met NNENN en dat het ons toch niet meer zou lukken iets goeds te maken. “Misschien moeten we accepteren dat het mooiste geweest is en dat het niks meer wordt.”. T bleef vrij rustig -hij kent me langer dan vandaag- en vroeg me wat ik dan nu wilde. Ik zei zonder er zelf echt in te geloven dat we misschien maar moesten proberen wat op te nemen. In eerste instantie hield ik het hele pakket aan volgeschreven papieren in mijn hand bij de microfoon, toen smeet ik het tegen de muur en dacht: ‘Fuck al die woorden die toch niet zeggen wat ik eigenlijk wil zeggen. Ik kijk wel wat er komt.’. Tonny startte de opname en opeens voelde ik het verschil tussen voelen en denken. Terwijl ik begon te zingen merkte ik dat ik precies wist wat ik wilde zeggen, dat de woorden het ritme volgden en dat ik de sfeer in de zang meteen kon buigen naar de muziek. Het smolt samen onder mijn stem. Beeld, ritme, klank en sound werden een. Are You With Me? was een feit. Ik weet nu dat het antwoord zich soms juist aandient wanneer ik het niet meer verwacht en wanneer ik alles loslaat wat ik meende dat belangrijk was.

Schrijfsels

Tags: , , ,

Tafelwoorden

8 oktober, 2014

Geïnspireerd op het koelkastmagneetjesgedicht heb ik allerlei woorden uitgeprint, uitgeknipt en op tafel uitgespreid.
Het is interessant om te merken dat je zo op een hele nieuwe manier met taal om kunt gaan. Je geeft in feite het toeval een kans om zich ermee te bemoeien. Dat doet me denken aan serendipiteit, het vermogen om schoonheid te zien in iets wat zich aan je openbaart op het moment dat je bezig bent iets anders te zoeken.

 

Woorden op tafel

Tags: ,