Sinds mijn 11e houd ik dagboeken bij.
Die bundels binnenleven zitten al zo’n 5 jaar in een speciaal kastje, niet gestoord door iets anders dan de komst van een volgeschreven medebewoner, maar de laatste tijd heb ik de drang ze tevoorschijn te halen en me urenlang in vroegere tijden te wanen. Tijdens het lezen kom ik verloren liefdes tegen, die stuk voor stuk zo hoopvol begonnen, ruik ik opnieuw de lucht van verre landen tijdens vakanties die ik bijna was vergeten,
zie ik mezelf worstelen met onzekerheid op de Middelbare school,
lees ik over wiskunde bijles, schuifelen op de schooldisco, konijnenhokken die schoongemaakt moeten worden,
koorrepetities, mijn eerste kater, mijn reis door Scandinavië in 2012,
waarover ik een blog bijhield, oude gedichtjes en beschrijvingen van ruzies met mijn moeder.
Het herontdekken van die dagboeken geeft veel inspiratie.
Ik verbaas me erover hoe weinig ik in wezen veranderd ben sinds mijn 11e.
De komende tijd zal ik af en toe iets posten uit een van de mijn boeken onder de tag #dagboek.
Dagboek
8 november, 2014Johanneke solo – Before you go to sleep
7 november, 2014Een van mijn liedjes, in 2012 opgenomen door Peter Schoof van RTV Oost.
Het was onderdeel van de concertserie Mooie Liedjes, georganiseerd door Jaap Roggeveen.
Allen Toussaint
3 november, 2014Vanavond heb ik voor het eerst van mijn leven muziek van Allen Toussaint gehoord. Er speelde een film in mijn hoofd toen ik mijn ogen erbij sloot. De film verbond mijn zintuigen. Ik zal het zo goed mogelijk proberen te omschrijven:
“Ik beweeg met mijn voet langs de punt van de salontafel. Ik stel me de vormen die in de lucht ontstaan als een ruimte voor. Als een kelder om precies te zijn. Een kelder met in de hoek een trap naar beneden -wat in feite betekent dat het geen kelder kan zijn, maar goed- Ik daal de trap af die breed en natgeregend is. Ik kijk naar boven, het plafond is open. Maanlicht beschijnt de vloer. Helemaal onderaan de trap vind ik een ronde houten deur. De deur beweegt een beetje, alsof hij ademt. Ik open de deur en word overspoeld door muziek, warm licht en rook vol dansende mensen. Alles is van licht hout, ik waan me in de kombuis van een schip. De mensen zien me niet. Ik kijk naar de vloer. Zie eerst zijn schoen. Een grote zwart gelakte schoen die op de maat van de drums op en neer beweegt. Dan komt de broekspijp van een donkere herenpanthalon met plooien. Daarboven een dikke buik geperst in een wit overhemd met een donkerbruin tweed jasje er overheen, tot slot een vettige kin, glimmende wangen en stralende kinderogen in een oudemannengezicht. Het is Allen. Allen Toussaint.
Mijn voet heeft me via de salontafel de muziek in geleid.”
Menthol langs mijn ruggengraat
1 november, 2014Per toeval ben ik erachter gekomen dat ik high wordt van rauwe cacao.
Ik heb een gedichtje geschreven op deze cacao-trip:
Menthol langs mijn ruggengraat
Mama’s koele hand
als menthol langs mijn ruggengraat
waarlangs de angst zich gelden laat
ook nu nog, juist nu, juist nu, juist nu
Ik zweet weer als vroeger en gister tegelijk
zo diep als vandaag heb ik nog nooit gedoken
zo stuk als vandaag ben ik nog nooit gebroken
Zenuwen als schaduwen van
takken langs het raam
kater die niet binnen blijft
en kleding die niet uit wil gaan
natgeregend kippenvel als muizen
op mijn arm
ook nu nog, juist nu, juist nu, juist nu
Zenuwen als schaduwen van
takken langs het raam
kater die niet binnen blijft
en kleding die niet uit wil gaan
The right path
23 oktober, 2014#1
Vanmorgen stapte ik op de trein naar Deventer. Ik koos ervoor plaats te nemen in een 4-zits tegenover een man met zonnebril en een heleboel koffers, omdat ik benieuwd was naar zijn reisdoel en de zon daar fijn naar binnen scheen. Ik vroeg hem in het Engels -het leek me niet dat hij Nederlands sprak en dat bleek later waarheid- waar hij naartoe ging en hij antwoordde dat hij naar Turkije, zijn geboorteland en de plek waar hij woont, op weg was. Hij was in Nederland op vakantie geweest en had zijn laatste dagen in Duitsland besteed. Hij vroeg me of ik Turkije al eens heb bezocht waarop ik antwoordde van niet. “Dat zou je moeten doen, jouw komst zou Turkije goed doen.” Het hele gesprek hield hij zijn zonnebril op. Ik heb zijn ogen niet gezien. Normaal zou me dat storen, maar nu niet. Ook zijn naam bleef me onbekend. Hij vertelde over zijn dochters van mijn leeftijd en tijdens het gesprek kwam de politiek en de problematiek in het Midden-Oosten af en toe ter sprake. Hij leek zich zorgen te maken over de toekomst. Hij vroeg me naar mijn leven en ik antwoordde dat ik muzikant ben en muziek heb gestudeerd. Dat beviel hem. Toen ik uitgepraat was, nam hij me rustig in zich op en zei toen bedachtzaam: “I believe, you’re on the right path. Things will turn out good for you.” Niet veel later moest ik uitstappen en met zijn woorden nagalmend in mijn hoofd wenste ik hem een goede reis.
#2
Toen ik aan het einde van de dag weer op het perron stond om de trein terug naar Enschede te nemen, keek er een jongen naar me. Ik liep een stukje verderop en merkte dat hij me volgde. Om het te testen ging ik helemaal voorin de trein zitten. Net toen ik neergeploft was liep hij de coupé binnen en ging tegenover me zitten (wederom een 4-zits) Ik vond het ergens wat vreemd, maar bedacht me dat ik hetzelfde had kunnen doen. Hij verklaarde zijn gedrag door te zeggen dat hij meteen toen hij me zag, dacht een goed gesprek met me te kunnen hebben en dat wilde testen.
Hij vertelde dat hij uit Sierre Leone komt en nu op de Universiteit in Enschede Human Rights studeert. “To defence the defenceless”. Als enige van de familie in Nederland studeren doet hem af en toe eenzaam voelen, maar het opbouwen van een bestaan met iets waarin hij gelooft en waarmee hij de mensheid dient geldt voor hem als het belangrijkst, zei hij. Dat vond ik mooi. Hij vroeg me net als de Turkse man eerder op de dag niet naar mijn naam of woonplaats, alleen naar mijn verhaal.
Op een gegeven moment sprak hij zelfverzekerder dan hij in het hele gesprek had geklonken: “You are on the right path, you just continue doing what you did and all will be fine.”.
Tags: reizen, toeval