Alles

Optreden zonder zichtbare piano

18 november, 2014

Afgelopen vrijdag avond had ik een probleem. Een Groot Probleem.
Ik had namelijk geen vervoer naar het optreden in LUX, Nijmegen de volgende dag en de piano de trein in sjouwen is geen optie; daar is hij te groot voor.
Na een kort moment van radeloosheid kreeg ik een ingeving; ‘Waarom’, dacht ik, ‘stop ik de piano niet in mijn loop station?’. ‘En waarom laat ik niet eens wat improvisatie toe op het podium?’ Zo gezegd, zo gedaan. Nachtwerk werd het. Gewapend met mijn zingende zaag, loopstation en een leeg schrift nam ik de volgende dag de trein naar Nijmegen. Onderweg schreef ik over de recente inbraak in mijn huis en mijn lievelingsfilm The Science of Sleep. Tijdens de soundcheck probeerde ik de teksten op de muziek in mijn loop station en het klikte wonder boven wonder in elkaar. Het heeft tot een prachtige recensie van Rob Comans geleid, waarin onder andere: “Ter Stege’s teksten … klinken alsof een oude ziel is neergedaald in haar jonge lichaam.” te lezen valt. De komende tijd zal ik mijn loop station vaker gebruiken, dit smaakt naar meer.

Tags: ,

NNENN

8 november, 2014

Ruim een jaar geleden ben ik samen met producer en sounddesigner Tonny Nobel begonnen aan een muzikaal avontuur dat de naam NNENN draagt. NNENN is een intuïtieve mengvorm van elektronische- met akoestische muziek en poëzie die tot uiting komt in snapshot liedjes en hypnotiserende soundscapes. Improvisatie en ruimte voor het experiment staan centraal in onze werkwijze, zowel in de studio als live. Na een eerste sessie waarin we overdonderd raakten van de muziek die tussen onze werelden ontstond, besloten we dat we op een dag zouden toeren door Azië.
Zover is het nog niet, maar vandaag zijn we wel voor het eerst live te zien als onderdeel
van het Moderne Dans festival Moving Futures in Arnhem. Het bijgevoegde plaatje is gemaakt van dominosteentjes tijdens een van onze repetitieweekenden bij Productiehuis Oost-Nederland in Deventer.

Logo Hout

Tags: , , ,

Dagboek

8 november, 2014

Sinds mijn 11e houd ik dagboeken bij.
Die bundels binnenleven zitten al zo’n 5 jaar in een speciaal kastje, niet gestoord door iets anders dan de komst van een volgeschreven medebewoner, maar de laatste tijd heb ik de drang ze tevoorschijn te halen en me urenlang in vroegere tijden te wanen. Tijdens het lezen kom ik verloren liefdes tegen, die stuk voor stuk zo hoopvol begonnen, ruik ik opnieuw de lucht van verre landen tijdens vakanties die ik bijna was vergeten,
zie ik mezelf worstelen met onzekerheid op de Middelbare school,
lees ik over wiskunde bijles, schuifelen op de schooldisco, konijnenhokken die schoongemaakt moeten worden,
koorrepetities, mijn eerste kater, mijn reis door Scandinavië in 2012,
waarover ik een blog bijhield, oude gedichtjes en beschrijvingen van ruzies met mijn moeder.
Het herontdekken van die dagboeken geeft veel inspiratie.
Ik verbaas me erover hoe weinig ik in wezen veranderd ben sinds mijn 11e.
De komende tijd zal ik af en toe iets posten uit een van de mijn boeken onder de tag #dagboek.

Tags: ,

Allen Toussaint

3 november, 2014

Vanavond heb ik voor het eerst van mijn leven muziek van Allen Toussaint gehoord. Er speelde een film in mijn hoofd toen ik mijn ogen erbij sloot. De film verbond mijn zintuigen. Ik zal het zo goed mogelijk proberen te omschrijven:
“Ik beweeg met mijn voet langs de punt van de salontafel. Ik stel me de vormen die in de lucht ontstaan als een ruimte voor. Als een kelder om precies te zijn. Een kelder met in de hoek een trap naar beneden -wat in feite betekent dat het geen kelder kan zijn, maar goed- Ik daal de trap af die breed en natgeregend is. Ik kijk naar boven, het plafond is open. Maanlicht beschijnt de vloer. Helemaal onderaan de trap vind ik een ronde houten deur. De deur beweegt een beetje, alsof hij ademt. Ik open de deur en word overspoeld door muziek, warm licht en rook vol dansende mensen. Alles is van licht hout, ik waan me in de kombuis van een schip. De mensen zien me niet. Ik kijk naar de vloer. Zie eerst zijn schoen. Een grote zwart gelakte schoen die op de maat van de drums op en neer beweegt. Dan komt de broekspijp van een donkere herenpanthalon met plooien. Daarboven een dikke buik geperst in een wit overhemd met een donkerbruin tweed jasje er overheen, tot slot een vettige kin, glimmende wangen en stralende  kinderogen in een oudemannengezicht. Het is Allen. Allen Toussaint.
Mijn voet heeft me via de salontafel de muziek in geleid.”