Ontmoetingen

Tijd voor Taal

11 september, 2015

Soms moet je iets schrijven wanneer het vers is, zodat de details van de indruk niet de kans krijgen om te vervliegen. Daarom schrijf ik dit nu. Vanmorgen heb ik in de bibliotheek een workshop gegeven. Het was in het kader van de week van de alfabetisering en daarnaast was het onderdeel van het Taalcafé dat daar wekelijks plaatsvindt. Het Taalcafé is een initiatief om mensen van verschillende culturen met elkaar in verbinding te brengen. Ik had geen idee wat ik kon verwachten; Ik wist alleen dat er mensen op af zouden komen die het Nederlands beter onder de knie wilden krijgen, dat ik een paar gedichten zou voordragen en een workshop zou geven over taal.

Rond 9:00 druppelden de eerste deelnemers binnen. Ietwat verlegen keken ze uit hun ogen. Ze leken wat bang om van zich te laten horen en wisten op hun beurt niet wat ze van mij konden verwachten. Ze kwamen van het AZC (asielzoekerscentrum) in Schalkhaar en waren allemaal ergens anders geboren, de een in Ethiopië, de ander in Syrië, weer een ander in Kroatië etc. Gerangschikt op hun beheersing van het Nederlands gingen ze in groepjes aan tafels zitten en ieder groepje had een begeleider die dingen kon vertalen wanneer ik te snel praatte of onbegrijpelijk was. Toen iedereen zat, stelde ik me voor en zong ik een liedje. Ik zag ogen oplichten, dat was mooi om te zien. Toen ik twee gedichten had voorgedragen, was het tijd voor actie van hun kant. Ik vroeg ze om het woord “taal” in hun eigen taal te zeggen en riep mensen naar voren, maar ze begrepen me verkeerd; Ze begonnen de groep in hun eigen taal toe te spreken. Dat was eigenlijk nog veel interessanter dan zo’n los woordje. Zo kregen we allemaal de kans om die vreemde klanken te horen. Ik vroeg ze om te vertalen wat ze hadden gezegd en hoorde opvallend vaak de woorden: “Ik ben dankbaar om hier te zijn” -al zal ik natuurlijk nooit weten of dat werkelijk is wat ze zeiden; sommigen van hen keken wel erg stiekem naar hun vrienden terwijl ze praatten- ;)

Later deden we een associatie oefening op het begrip “tijd” waarbij ik hun associaties op het bord schreef. “vakantie” en “te laat” waren favorieten. De laatste opdracht was om die losse woorden met elkaar te verbinden en daar verhaaltjes van te maken. Toen begon het echt; Iedereen kwam met zijn eigen associaties en zijn eigen manier van schrijven. Ik merkte dat de groep gaandeweg losser werd en dat de mensen geleidelijk meer over zichzelf met mij en met hun tafelgenoten deelden. Een jongen eindigde zijn verhaal met de zin “In de ochtend word ik wakker”. Hij wist niets meer te vertellen. Ik vroeg hem wat hij dan deed als hij wakker was. “ontbijten” zei hij, waarop ik hem vroeg wat hij dan at. “een tosti!” riep hij uit, blij dat hij weer een nieuwe richting voor zijn verhaal had. Toen Mulu zijn verhaal voor zou dragen, vroeg hij me of ik er piano bij wilde spelen. Dat deed ik en plots begon hij tot ieders verrassing te zingen. Hij keek lichtelijk rebels en trots als antwoord op onze verbaasde blikken. Zijn lied was in allerlei kwart tonen. Mijn (westerse) harmonieën waren niet toereikend, waardoor ik er maar gauw mee ophield. Toen hij uitgezongen was, wilde hij schielijk naar zijn stoel lopen, maar we hadden hem door en ik vroeg hem zijn verhaaltje voor te lezen. Dat deed hij verlegen, een heel verschil met de manier waarop hij gezongen had. Na hem kwam Vladimir, een oudere man uit Armenië die, sinds ik hem had verteld dat mijn opa een beetje Armeens bloed had, een ontembare stroom van verhalen aanboorde over Armenië, de ark van Noach en de sneeuw op de bergen bij zijn huis. Hij was de verteller van de groep. Hij liep naar het bord, ging klaar staan en begon toen ook te zingen. Trefzeker was het. Troostend. Als laatst droeg een vrouw voor. Ze had met haar tafel een gedicht gemaakt. De flarden die ik me daarvan herinner zijn: “Kinderen brabbelen in hun moedertaal…  lichaamstaal, gebarentaal, het gaat om communicatie”. Dat het inderdaad om communicatie gaat, of dat nou met of zonder woorden is, besefte ik vanmorgen sterk. De muziek van de mannen waren recht mijn hart in gegaan, al kon ik geen van de woorden verstaan.
Aan het einde van de workshop kwam Mazen met ondeugende ogen en een stoer loopje -van wie ik aan het begin dacht dat hij de workshop nog weleens zou kunnen saboteren-, naar me toe. Hij nam mijn hand in zijn beide handen en zei tot drie keer toe: “ontzettend echt bedankt”. Ik zag dat hij het meende en het raakte me, omdat ik juist hem en met hem de hele groep wilde bedanken. Ik vond het zo bijzonder om te zien hoe ze zich gaandeweg het uur hadden geopend, hoe ze hun best hadden gedaan en hoe respectvol ze met me waren omgegaan.

Toen ik Mulu had zien stotteren voor het bord, onwennig met de woorden, dacht ik eraan hoe graag ik zijn onzekerheid weg zou nemen. Ik zou de mensen het gevoel willen geven dat ze alles mogen zeggen, fouten mogen maken, dat ze mogen struikelen over de woorden. Ik zou ze willen laten inzien hoe grappig en begrijpelijk het is dat ze dokter als doktor schrijven. Sommigen van hen kennen het verschil tussen de p en de b nog niet, omdat die er vanuit hun perspectief (helemaal in vergelijking met de complexiteit van bijvoorbeeld het Arabische schrift) hetzelfde uitzien. Hun “fouten” kunnen ons een heleboel leren over onze taal en ik ben blij dat ik dat vanmorgen heb mogen inzien.

11958111_458002921070389_7196698066164736613_o (1)

Tags: , , ,

Coaching tot coach

26 augustus, 2015

Een tijdje geleden ben ik door Popsport benaderd om coaching te geven. Mij werd singer-songwriter Rosalie Meijer toegewezen en dat beviel ons beiden zo goed dat we met elkaar samen blijven werken nu ze het landelijke traject in gaat. Ik merk dat ik een-op-een lesgeven superleuk vind en herken veel van mezelf in haar, dat maakt dat ik dingen kan zeggen die werken en dat maakt het inspirerend om te doen. Ze is enorm gemotiveerd, wat het vuur in mij ook aanwakkert, een mooie wisselwerking. Gisteravond was ik op weg naar Utrecht. Daar zou ik samen met andere landelijke coaches via Popsport een coaching om coaching te geven van Jack Pisters krijgen. Eenmaal in Utrecht besloot mijn telefoon om de navigatie opeens uit te schakelen. Het regende enorm hard. Ik kon de organisatie niet bellen, want ik had hun nummer niet. Net toen ik dacht: shit, wat nu?, kwam vanaf de roltrap Minem, een meisje dat ik uit Utrecht ken, aangelopen. Het was grappig en heel fijn. Ze kon me de weg vertellen en wenste me succes. De coaching was leerzaam en het was leuk om de andere coaches te leren kennen. Gaaf om van anderen te horen wat zij belangrijk vinden in het lesgeven, samen te concluderen hoe moeilijk het soms is, los te laten hoe je zelf iets zou doen en enkel te kijken wat voor de act die jij coacht werkt en te leren hoe je om kan gaan met een band dynamiek waarin de bandleden allemaal hun eigen mening en niveau hebben. Ik bleef nog wat na plakken en zag toen tot mijn schrik dat ik nog maar 14 minuten had voor de laatste trein naar Deventer zou vertrekken. Ik sprintte  als een gek naar het station. Daar wilde ik inchecken, maar bleek mijn saldo te laag. De OV oplaad machines stonden een heel stuk terug. Ik had er geen tijd meer voor, dus rende naar de trein in de hoop dat het toch op de een of andere manier goed zou komen. Totaal bezweet kwam ik aan, net op tijd. Ik wendde me tot de conducteur en legde mijn situatie uit. Die zei dat ik dan bij hem een kaartje moest kopen met €35,- boete. Ik baalde een beetje van mijn eerlijkheid en zei “oké”, waarop hij me nog eens aankeek en zei: “Ik zal zien wat ik kan doen, ga maar zitten.” Bij het controleren van de kaartjes deed hij net of ik er niet was, heel lief. Ik ontmoette een leuk meisje in de trein die enorm van electronische muziek bleek te houden en me mierzoete rosé aanbood en ik bedacht me dat de wereld zo slecht nog niet is.

Zonsondergang bij de IJssel

2 mei, 2015

Het was een uur of 19:00. Ik besloot met de fiets de IJssel te gaan volgen om plekken te treffen  waar ik nog niet eerder was geweest en kwam uit bij een straatje voor de productie van autobanden met aan het einde een hek en een jongen in een auto. Hij groette vriendelijk en vroeg me wat ik daar deed. Ik zei hem dat ik de rivier wilde volgen tot waar ik hem nog niet kende, waarop hij me toestond, door het hek te gaan, ondanks het Verboden Toegang bord, omdat hij lid was van de kanoclub die daar zit en omdat de eventuele mensen daar het vast prima vonden.
Ik zette mijn fiets aan een paal, liep een soort heuvel op en zag toen aan de linkerkant het water uitmonden in brede stromen, zoals ik dat normaal enkel vanuit de trein heb gezien. Aan de rechterkant was de zon net bezig, onder te gaan. Net of ze op mij had gewacht. Er waren geen mensen meer, ik vroeg me af wie er op dat moment met me mee keek, of er wel genoeg bewondering is voor dit wonder dat toch elke avond maar weer plaatsvindt.

Zonsondergang Deventer

Tags: , , , , ,

Armin

15 februari, 2015

Ik heb een Duitse man ontmoet met een naam als van een edelsteen.
Hij vertelt me dat hij 12 weken in coma heeft gelegen
en dat hij zijn eigen dochter ter wereld bracht.
Hij vraagt of ik weleens een vleermuis in mijn handen heb gehad en of ik in God geloof.
Hij raadt me Joodse schrijvers aan en wijst me op de wolken.
Het doet hem plezier dat ik naar boven kijk, maar hij waarschuwt me,
voorzichtig met mijn ziel te zijn.
“Boven is alles rustig”, zegt hij.
“Ik kan het weten; ik ben er geweest.”
Hij zegt dat we ons nog eens zullen treffen,
omdat een ontmoeting altijd twee keer plaatsvindt.

Tags: ,

Vrouw + trap + Amsterdam

6 februari, 2015

Ik liep in Amsterdam, op weg naar een afspraak. Auto’s, fietsers, trams, voetgangers, gebouwen, schreeuwende mensen en reclames kwamen op me af. Het maakte me duizelig. In minder dan een flits zag ik een vrouw onderaan een trapje staan.
Haar ogen waren zeldzaam zacht. Het waren ogen om troost in te vinden. Ze stond me toe, haar te fotograferen en glimlachte onverwacht verlegen toen ik zei hoe mooi ik haar vond. Misschien dat normaliter alleen mannen haar dat zeggen.

mooievrouwamsterdam

Tags:

Kabouters

22 januari, 2015

Op straat loopt een oudere man met volle grijze baard en dito muts recht op zijn hoofd.
Zijn oren steken er onderuit, alsof ze hebben besloten vandaag niet mee te werken,
alsof ze hebben besloten vandaag wat van de wereld te zien, hoe grauw die ook is.
De man kijkt aandoenlijk knorrig en ik betrap me op de gedachte: “Ze bestaan nog: kabouters!”

Tags:

Kasteel

18 november, 2014

Net moest ik bellen naar een bedrijf om een afspraak te maken voor het ophalen van mijn geiser, omdat mijn woning binnenkort gesloopt wordt. De vrouw die ik aan de lijn kreeg was vriendelijk en nieuwsgierig.
“Je woont anti-kraak dus en moet over 6 dagen je huis uit.”, constateerde ze. “Waar ga je hierna dan naartoe?” Ik antwoordde dat ik nog geen idee heb. “Oh jeetje”, klonk het. Toen ik haar vertelde dat ik ondanks alles vertrouwen heb dat ik iets zal vinden, zei ze:
“Misschien zie ik je nog eens in een kasteel en denk ik: dat wil ik ook wel!”.

Tags:

NNENN

8 november, 2014

Ruim een jaar geleden ben ik samen met producer en sounddesigner Tonny Nobel begonnen aan een muzikaal avontuur dat de naam NNENN draagt. NNENN is een intuïtieve mengvorm van elektronische- met akoestische muziek en poëzie die tot uiting komt in snapshot liedjes en hypnotiserende soundscapes. Improvisatie en ruimte voor het experiment staan centraal in onze werkwijze, zowel in de studio als live. Na een eerste sessie waarin we overdonderd raakten van de muziek die tussen onze werelden ontstond, besloten we dat we op een dag zouden toeren door Azië.
Zover is het nog niet, maar vandaag zijn we wel voor het eerst live te zien als onderdeel
van het Moderne Dans festival Moving Futures in Arnhem. Het bijgevoegde plaatje is gemaakt van dominosteentjes tijdens een van onze repetitieweekenden bij Productiehuis Oost-Nederland in Deventer.

Logo Hout

Tags: , , ,

Dagboek – Briefje

8 november, 2014

04-11-2013
09:00

Ik zit in de trein. Het is er druk. Achter me zit een interessante man.
Dat zag ik op het perron al. Ik zou hem een briefje willen geven met:
“Meneer, u ziet er bijzonder interessant uit zonder dat ik daar iets geks mee bedoel” erop, maar ik doe het niet.

Tags:

Allen Toussaint

3 november, 2014

Vanavond heb ik voor het eerst van mijn leven muziek van Allen Toussaint gehoord. Er speelde een film in mijn hoofd toen ik mijn ogen erbij sloot. De film verbond mijn zintuigen. Ik zal het zo goed mogelijk proberen te omschrijven:
“Ik beweeg met mijn voet langs de punt van de salontafel. Ik stel me de vormen die in de lucht ontstaan als een ruimte voor. Als een kelder om precies te zijn. Een kelder met in de hoek een trap naar beneden -wat in feite betekent dat het geen kelder kan zijn, maar goed- Ik daal de trap af die breed en natgeregend is. Ik kijk naar boven, het plafond is open. Maanlicht beschijnt de vloer. Helemaal onderaan de trap vind ik een ronde houten deur. De deur beweegt een beetje, alsof hij ademt. Ik open de deur en word overspoeld door muziek, warm licht en rook vol dansende mensen. Alles is van licht hout, ik waan me in de kombuis van een schip. De mensen zien me niet. Ik kijk naar de vloer. Zie eerst zijn schoen. Een grote zwart gelakte schoen die op de maat van de drums op en neer beweegt. Dan komt de broekspijp van een donkere herenpanthalon met plooien. Daarboven een dikke buik geperst in een wit overhemd met een donkerbruin tweed jasje er overheen, tot slot een vettige kin, glimmende wangen en stralende  kinderogen in een oudemannengezicht. Het is Allen. Allen Toussaint.
Mijn voet heeft me via de salontafel de muziek in geleid.”